Al vijftig jaar doet geen enkele psychotherapeutische behandelmethode het beter dan de vorige. Alle therapieën blijken ongeveer even goed te werken. En: in plaats van de illusie te wekken dat therapie iemand beter kan maken, zouden we allen gebaat zijn bij een bescheidener, en zelfs andere, ambitie: het vermogen van mensen vergroten om lijden te leren verdragen.
Dit zijn enkele kernpunten van Flip Jan van Oenen, arts, systeemtherapeut en onderzoeker, in zijn boek Het misverstand psychotherapie. Hij baseert zich daarbij op uitgebreid wetenschappelijk onderzoek, dat de mythe van vooruitgang in de psychotherapie ontkracht. Echter, waarom komen er dan steeds nieuwe methoden? En wat hebben coaches, trainers, adviseurs en managers hieraan? Veel, denk ik, omdat de onderliggende redenen van de vooruitgangsmythe in therapie ook toepasbaar zijn op tal van andere beroepen zoals coaching en training. Maar laat ik bij het begin beginnen en Flip Jan’s gedachtegang kort samenvatten..
Allereerst: psychotherapie werkt. Het blijkt dat mensen die psychische klachten hebben en daarvoor hulp zoeken beter af zijn dan mensen die geen hulp zoeken. Echter, de uitspraak Therapie helpt kan betekenen: Je bent van je klachten af maar ook: Je voelt je een beetje beter maar je hebt nog steeds veel last.
Ten tweede: het is al langer bekend dat het effect van therapie vooral komt door algemeen werkzame factoren zoals het scheppen van verwachting, het geven van hoop, de kwaliteit van de samenwerkingsrelatie, empathie en erkenning door de therapeut e.d. Deze factoren hangen nauw samen met de persoon van de therapeut. Al in 1961 werd betoogd dat het ritueel in therapie belangrijker is dan de exacte methode. Een ritueel dat draait om hoop en verwachting, in combinatie met een goede samenwerkingsrelatie en een of andere op bevordering van welzijn gerichte actie.
Ten derde: het succes van een behandeling blijkt positief verbonden met het geloof van de therapeut in de gehanteerde methode. Dit laatste leidt tot een interessante paradox, die ook in coach- en trainingsland zou kunnen gelden: de therapeut moet vurig geloven in een methode waar hij met zijn verstand van weet dat ze willekeurig is, omdat een therapeut die niet overtuigd is van wat hij doet minder effectief is. Dit zou betekenen dat het niet uitmaakt of je als coach nu werkt met NLP, TA, Voice Dialogue, Gestalt of andere technieken, zolang je gelooft in je aanpak kun je succes hebben.
Van Oenen gaat nog wat dieper in op de rol van hoop geven in therapie. Hij schrijft: “Hoop blijkt een cruciaal ingrediënt van het therapeutisch ritueel. Alleen al het starten van de therapie suggereert onvermijdelijk: ‘Het kan beter gaan met u, en ik ga er samen met u voor zorgen dat het daadwerkelijk beter zal gaan’”. Echter: hope is dope! Het idee dat therapie alles beter kan maken houdt therapeuten in zijn greep. En vandaaruit raken ze overtuigd dat ze steeds meer te bieden moeten hebben. In een markt gedreven economie en hulpverlening, moeten therapeuten en therapieën ook scoren, en vooral evidence based zijn om voor vergoeding in aanmerking te komen. Dit leidt ertoe dat therapie van een persoonlijke ontmoeting tussen therapeut en cliënt verwordt tot een anoniem, gestandaardiseerd product, met de belofte van succes. De ruimte om beperkingen te aanvaarden wordt zo navenant kleiner. En ook cliënten kunnen geneigd zijn hun eigen oplossingsvermogen uit te schakelen, als hun verteld wordt dat ze een oplossing geboden zal worden. Bij geen zichtbaar therapie succes, zullen zowel therapeut als cliënt een gevoel van falen ervaren. De therapeut die het niet lukt ondanks de ‘bewezen’ methode, de cliënt omdat hij of zij ondanks de verantwoorde hulp niet vooruitgaat. De notie van maakbaarheid leidt tot de aanname dat een ggz-instelling of een therapeut gefaald heeft als iemand ongelukkig is of blijft.
Welke invalshoek stelt Van Oenen nu voor om hier tegenin te gaan? De kern van zijn betoog luidt: helpen de cliënt zijn lijden te verdragen is het belangrijkste wat moderne psychotherapie te bieden heeft. Het gaat er om cliënten te leren oefenen in het verdragen en het vertrouwen te geven dat verdragen mogelijk is. Grootschalig onderzoek bij echtparen bijvoorbeeld toont aan dat twee derde van de relatieproblemen niet oplosbaar is en dat het verminderen van de frustratie hierover bij de partners het belangrijkste effect is van relatietherapie.
Verdragen is iets wezenlijk anders dan accepteren, waarbij je iets aanvaardt en datgene als bevredigend en vergeeflijk kunt zien. De wens tot verandering is bij acceptatie dus verdwenen. Echter, bij verdragen blijft de wens tot verandering aanwezig, in het besef dat verandering zal uitblijven, voorlopig of definitief. Verdragen omvat dus ook rouwen. Door de cliënt te stimuleren anders tegen de situatie aan te kijken, worden problemen hanteerbaarder, zonder dat ze hoeven te worden weggenomen. De cliënt leert de angst te hanteren, de stemming te verdragen, de partner meer te nemen zoals die is, of de eigen tekortkomingen als minder problematisch te zien. Psychotherapie komt neer op helpen verdragen.
Deze aanpak heeft opvallende parallellen met mindfulness en meditatie, waarbij het erom gaat open te staan en alles te laten zijn in wat het is. En zei Freud al niet dat het enige dat de psychoanalyse beoogt bestaat uit het ombuigen van neurotisch lijden in alledaags lijden? Hij zei dus niet dat het doel kon zijn: lijden wegnemen. En ook binnen Voice Dialogue zijn we er niet op uit om iemand te veranderen, maar om iemand te laten ontdekken hoe hij of zij nu omgaat met zijn of haar huidige situatie.
Paradoxaal genoeg komt nu het konijn uit de hoge hoed: doordat we niet uit zijn op verandering, dat ook niet direct nastreven, noch beloven, verandert de beleving en ervaring van de cliënt. Immers, wanneer iemand een onverdraaglijk geachte situatie leert verdragen, houdt dit op zichzelf een verandering in.
Wat is nu de rol van de therapeut (of coach) hierbij? Cliënten kunnen een sterk appel doen op de therapeut of coach: “Het gaat niet goed met mij, ik kan het zelf niet veranderen en iemand moet zorgen dat het goed komt”. De therapeut of coach moet nu in staat zijn dit appel te verdragen, zonder zelf wanhopig te worden of zich onmachtig te gaan voelen. Meeleven enerzijds, afstand houden anderzijds. Dit doet een groot beroep op de therapeut of coach om de eigen onzekerheid te verdragen. En dit is precies wat de therapeut of coach onderscheidt van familie en vrienden, die na enige tijd bij iemand met problemen afhaken en vinden dat het maar afgelopen moet zijn of dat iemand nu maar eens professionele hulp moet inschakelen. De houding van de therapeut of coach kan samengevat worden als: ‘Ik kan me in u verplaatsen en kan me voorstellen dat u dit onverdraaglijk vindt. Ik leef met u mee. U zult de situatie echter moeten leren verdragen en u kunt dat ook’. Kort gezegd, en wederom paradoxaal: er is geen oplossing en dat is de oplossing.
En wat helpt nu de therapeut of coach om de machteloosheid van de cliënt en zijn of haar eigen onzekerheid te verdragen? Heel basaal: een helder model, duidelijke gesprekstechnieken en in staat zijn een heilzaam ritueel te creëren. Het is fascinerend dat dit hulpverleningsmodel niet in eerste instantie bedoeld is voor de cliënt, maar voor de therapeut of coach zelf! Het werken vanuit een bepaalde aanpak, met daarbij herkenbare en soms vaste elementen, bieden de therapeut en coach houvast in de onzekere zoektocht met de cliënt. En hierdoor kan de hulpverlener de rust en het vertrouwen uitstralen dat de cliënt nodig heeft om zijn of haar situatie te verdragen.
Dit geeft de hulpverlener dus ook de vrijheid om een aanpak en model te kiezen dat bij hem of haar past. Want dat inspireert de hulpverlener, geeft hem of haar geloof in eigen kunnen, en dat leidt, als het goed is, tot een heilzaam ritueel voor de cliënt.
Het boek biedt nog meer dan ik in deze korte recensie kan aanhalen. Het inzicht dat het model en de methode waar je mee werkt in eerste instantie meer voor jezelf als begeleider zijn bedoeld dan voor de cliënt, vond ik een zeer verfrissend inzicht. Dit maakt een schoolstrijd tussen methoden uiteindelijk zinloos. Lees het boek, er staat nog veel meer wetenswaardig in!
René Meijer
Het misverstand psychotherapie, door Flip Jan van Oenen, uitgeverij Boom, de Tijdstroom, 2019, ISBN: 9789024430239.